2010 en later: Wilders (2), Ritueel Slachten, Breivik, Syriëgangers, Charlie Hebdo

Op deze pagina:

 

Geert Wilders (2)


Het proces (1)

Op 21 januari 2009 besloot het gerechtshof in Amsterdam dat het Openbaar Ministerie (OM) PVV-leider Geert Wilders moest gaan vervolgen voor discriminatie, aanzetten tot haat en het beledigen van groepen mensen. Daarnaast stelde het gerechtshof dat de strafrechter een oordeel moest vellen over de vergelijking die de politicus trok tussen de islam en het nazisme.

Het OM had eerder aangegeven niks strafbaars te zien in Wilders' uitspraken in de Volkskrant, in een column en in de film Fitna, onder meer omdat Wilders deze dingen gezegd had in het kader van het maatschappelijk debat. Het gerechtshof oordeelde echter dat de uitspraken over de islam en moslims een ''redelijk vermoeden van schuld'' van Wilders opleveren en daarom stelde het gerechtshof dat de strafrechter erover moest oordelen. Hoewel het recht op vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel staat, is dat volgens het gerechtshof niet onbeperkt. Het Hof oordeelde dat haatzaaien in een democratie dermate ernstig is dat het in het algemeen belang is om duidelijk te krijgen waar de grens ligt. Daarvoor achtte het hof een strafrechtelijke aanpak nodig.

PVV-leider Wilders zag het besluit om over te gaan tot vervolging als "een hele zwarte dag voor mij en voor de vrijheid van meningsuiting".  Tegelijk was hij ervan overtuigd dat hij met zijn uitspraken binnen de wet was gebleven en dat er daarom uiteindelijk niets anders dan vrijspraak kon volgen.

Wilders kreeg gelijk: het proces tegen hem dat in 2010 begon, leidde uiteindelijk tot zijn vrijspraak in juni 2011. Volgens de rechter was er geen sprake van aanzetten tot haat of discriminatie, of van groepsbelediging. De rechter oordeelde dat de uitspraken van Wilders vrijwel allemaal gericht zijn op de religie islam en niet op moslims.

Sommige uitlatingen vallen wellicht wel onder de noemer 'aanzetten tot discriminatie' maar zijn volgens de rechter toelaatbaar in het kader van het maatschappelijk debat. Omdat Wilders zegt dat hij 'niets tegen moslims, maar wel iets tegen de islam heeft', is er volgens de rechter geen sprake van haat of discriminatie.

Tijdens het proces roept Wilders drie getuige-deskundigen op die zijn interpretatie van de islam (deels) onderschrijven: de arabisten Hans Jansen ​(onlangs overleden) en Simon Admiraal en de Syrisch-Amerikaanse psychiater Wafa Sultan. De deskundigheid van deze getuigen wordt door andere wetenschappers, zoals Martijn de Koning aangevochten. Ook schrijven zes van hen een open brief aan de rechtbank waarin ze betogen dat Wilders koranteksten manipuleert. Het gaat om Jan Michiel Otto (Sharia expert), Gerard Wiegers (hoogleraar Religiestudies), Fred Leemhuis (vertaler De Koran),  Ruud Peters (arabist, shariaexpert) ,  Pieter Sjoerd van Koningsveld (islamoloog) en Marlies ter Borg (auteur Koran en Bijbel in Verhalen).

Hans Jansen reageerde op het blog Hoeiboei. Volgens Jansen wordt in preken in de moskee, in de handboeken van de sharia, en in de korancommentaren wel degelijk opgeroepen tot het intimideren en vermoorden van andersdenkenden. Ook de Koran zelf kan volgens hem heel gemakkelijk opgevat worden als een opdracht tot intimidatie, sluipmoord, moord, en oorlog.

2010- 2012 Gedoogpartner

De PVV is de grote winnaar van de de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni 2010. De partij groeit van 9 naar 24 zetels in de Tweede Kamer. De PVV heeft in haar verkiezingsprogramma verschillende punten opgenomen die zich volgens onderzoeker Ineke van der Valk (p.59) direct richten op uitsluiting of ongelijke behandeling van islamitische burgers en objecten, waaronder geen nieuwe moskeeën, een immigratiestop voor mensen uit islamitische landen, een verbod op het dragen van hoofddoeken in publieke functies, een belasting op het dragen van hoofddoeken en een verbod van de boerka, een verbod van de Koran en van Koranlessen in schoolgebouwen, sluiting van islamitische scholen, stopzetting van subsidies voor islamitische media - inclusief de media die daarvoor worden aangezien zoals maroc.nl - en een verbod op ritueel slachten. Daarnaast moet volgens de PVV ‘de islamisering in de zorg’ gestopt worden.

Tijdens de daaropvolgende kabinetsformatie belooft Wilders gedoogsteun aan een minderheidskabinet van VVD en CDA te geven, wanneer het kabinet in ruil daarvoor een aantal PVV standpunten in het gedoogakkoord opneemt. Het uiteindelijke akkoord levert de PVV een forse aanscherping van het immigratie en integratiebeleid op. Het akkoord bevat wel de volgende kanttekening: "De drie partijen VVD, PVV en CDA verschillen van mening over aard en karakter van de islam. De scheidslijn zit hem in het karakteriseren van de islam als óf religie óf (politieke) ideologie. Partijen accepteren elkaars verschil van inzicht hierover en zullen hier ook op grond van hun eigen opvattingen naar handelen."

Het kabinet Rutte I ging op 14 oktober 2010 van start en viel op 21 april 2012 na zeven weken onderhandelen over de begroting voor 2013. In de daaropvolgende verkiezingen van 12 september 2012 was de PVV de grootste verliezer: de partij zakte van 24 naar 15 zetels. Premier Mark Rutte (VVD) vormde daarna met de PvdA zijn tweede kabinet. 

2014: Proces (2)

Op 18 december 2014 maakte het OM bekend Geert Wilders opnieuw te gaan vervolgen. Aanleiding hiervoor zijn 6400 aanklachten die tegen Wilders waren ingediend nadat hij op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 aan een zaal met PVV-kiezers vroeg of ze meer of minder Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde "minder, minder, minder'', waarop Wilders zei: "dan gaan we dat regelen''.

Volgens het OM wordt Wilders verdacht van aanzetten tot discriminatie en haat en het beledigen van een groep mensen op grond van ras. Wilders noemde het een 'onbegrijpelijk besluit. Ik heb gezegd wat miljoenen mensen denken en vinden.' De PVV-leider Benadrukte dat hij zich verzet tegen de 'gewelddadige totalitaire ideologie - de islam - die dood en verderf zaait'' . Hij vindt dat het voor hem als gekozen politicus zijn taak en zijn plicht is om de gevaren van onder meer de 'massa-immigratie en de voortschrijdende islamisering' te benoemen.

2015: Cartoons

Op 3 juni 2015 maakte Wilders bekend dat hij een aantal Mohammed-cartoons op televisie ging vertonen in de zendtijd voor politieke partijen. De PVV-leider had dit besloten nadat het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer had geweigerd om een Mohammed-expositie te faciliteren in het Tweede Kamergebouw.

Het ging om cartoons die in 2015 tijdens een conferentie in het Amerikaanse Garland waren getoond. Die bijeenkomst was georganiseerd door American Freedom Defense Initiative (AFDI) van anti-islam activiste Pamela Geller. Geert Wilders hield daar een speech van zo’n 20 minuten. Tijdens zijn toespraak liet hij onder meer weten dat hij de anti-islamtekeningen op het Binnenhof in Den Haag wil tentoonstellen. Vlak na het vertrek van Wilders werd de bijeenkomst het doelwit van een terroristische aanval waarbij de twee schutters om het leven kwamen.

Van de cartoons liet Wilders een film maken die op 24 juni en 3 juli 2015 door de PVV werd vertoond in de zendtijd voor politieke partijen. Ook publiceerde de PVV het filmpje op YouTube.

Hoewel Nederlandse ambassades waren voorbereid op mogelijk negatieve reacties, zijn die vooralsnog uitgebleven. Ook in Nederland was er over de film weinig ophef. De toenmalige woordvoerder van Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), Yassin El Forkani, meende dat dit misschien kwam doordat moslims door de jaren heen 'gewend zijn geraakt aan provocaties van Wilders'.

 

2011 - 2102 Verbod op ritueel slachten

 

In 2008 diende Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren een wetsvoorstel in dat moest leiden tot een algeheel verbod op onbedwelmd (ritueel) slachten. Dit voorstel werd in 2011 door een grote meerderheid van de Tweede Kamer in Nederland aangenomen. De PVV pleitte bij de behandeling van het wetsvoorstel ook voor een verbod van de import van vlees afkomstig van dieren die zijn geslacht op religieuze grondslag. Hierdoor zou de consumptie van vlees en vleesproducten onmogelijk worden gemaakt voor mensen die kosjer (joods) of halal (islamitisch) willen eten.

Het voorgenomen verbod op onverdoofd ritueel slachten leidde tot veel protesten. Veel Nederlandse joden en moslims zagen het als een wezenlijke inperking van hun godsdienstvrijheid en kregen steun van de christelijke partijen in de Tweede Kamer en drie PvdA'ers en één PVV'er.

Er volgden vele bijeenkomsten, debatten en ingezonden stukken, waarbij joodse en islamitische organisaties vaak gezamenlijk optrokken. Zo schreven zij samen in de Volkskrant:

De Partij voor de Dieren zegt uit wetenschappelijk onderzoek bewijzen te hebben dat onverdoofd ritueel slachten pijnlijk is voor dieren. Daar tegenover staan tientallen wetenschappelijke onderzoeken die het tegendeel bewijzen. Sterker nog: wanneer het ritueel slachten professioneel wordt uitgevoerd, lijden de dieren minder dan wanneer zij ‘verdoofd of bedwelmd’ worden met een pin tussen de ogen en daarna een elektrische schok. Het woordgebruik ‘verdoven of bedwelmen’ suggereert een soort pijnloos inslapen, maar het tegendeel is waar. Zowel de islamitische als de joodse gemeenschap staat voor het welzijn van dieren. Een dier dat niet goed behandeld is gedurende het leven is niet koosjer of halal wanneer het ritueel geslacht wordt.

Ook stelden zij dat het niet meer dan symbolisch is alleen aandacht te hebben voor de pijn van een in de laatste minuut van het leven van een dier. "Hun leven voor de slacht brengen ze door in megastallen waarvan er volgens Wakker Dier nog 575 van zijn. Op elkaar gepakt en bijna geen zon. Het is hypocriet om aan het einde van hun leven het dierenwelzijnsargument van stal te halen."

Uiteindelijk werd het wetsvoorstel op 19 juni 2012 door de Eerste Kamer verworpen. Alleen de Partij voor de Dieren, PVV, 50Plus en OSF stemde voor; GroenLinks stemde verdeeld.


2011 Aanslag door Anders Behring Breivik /de Eurabië theorie

 

De Noor Anders Behring Breivik is op 22 juli 2011 verantwoordelijk voor een bomaanslag in de regeringswijk van de hoofdstad Oslo en een schietpartij op op het eiland Utøya, waar de jeugdafdeling van de sociaaldemocratische Noorse Arbeiderspartij een zomerkamp houdt. In totaal komen 77 mensen om het leven.

Breivik motiveerde zijn aanslag met een manifest van 1.518 pagina’s dat als titel kreeg:  ‘2083 – A European Declaration of Independence'. Het getal 2083 refereert aan het Beleg van Wenen (1683) en de schatting van Breivik zelf dat in 2083 de helft van de Europeanen uit moslims zal bestaan.

Breivik en Nederland

Het manifest is door onbekenden ook in het Nederlands vertaald en online gezet. Uit het manifest wordt duidelijk dat Breivik de islam, de multiculturele samenleving en links als grote gevaren ziet en hij schetst zijn (gewelddadige) oplossingen hiervoor. 

Breivik heeft het in zijn manifest regelmatig over Nederland. Hij voorspelt dat in 2070 55 procent van de bevolking in Nederland zal bestaan uit moslims. Nederlands was volgens hem eeuwenlang een toevluchtsoord voor mensen die meer vrijheid van meningsuiting zochten. "Maar Nederland wordt meer en meer een totalitaire samenleving als een direct gevolg van massa-immigratie en in het bijzonder de instroom van moslims."

Breivik denkt dat Nederland een goede kans maakt om als eerste land in het Westen een burgeroorlog te voeren over moslimimmigratie. De Nederlandse autoriteiten willigen volgens hem de eisen in van islamitische landen en knielen aan de voeten van hun nieuwe moslimmeesters. Breivik schrijft over Fortuyn, citeert PVV-leider Geert Wilders en arabist Hans Jansen en vertelt over Ayaab Hirsi Ali, ex-moslim Ehsan Jami en cartoonist Gregorius Nekschot. Hij verwijt de Nederlandse media dat ze een negatief beeld van Geert Wilders neerzetten, zoals ze dat eerder met Pim Fortuyn hebben gedaan. Breivik citeert PVV-leider Geert Wilders in zijn manifest 30 keer en noemt hem één van de mensen die hij nog graag zou willen ontmoeten.

Eurabië

Centraal in het denken van Anders Breivik staat het begrip 'Eurabië'. Dit verwijst naar het boek met de titel Eurabië: The Euro-Arab Axis (2005) van de joods-Egyptische publiciste Bat Ye'or (pseudoniem van Gisèle Littman). Zij verwijt westerse islamologen dat zij te weinig aandacht hebben voor de nederige status (dhimmitude) die andere gelovigen volgens haar vaak hadden in islamitische landen. De enige manier om aan dhimmitude te ontkomen is bekering tot de islam, zeg Bat Ye'or. In haar boek 'Eurabië' probeert ze aan te tonen dat ook Europa een dhimmigebied dreigt te worden. Dit zou te danken zijn aan Europese leiders die in 1975 een vriendschapsverdrag sloten met de Arabische staten.

Volgens Bat Ye'or zouden de Arabische staten vooral de dreiging van Palestijnse terreur als chantagemiddel gebruiken. In ruil voor olie en vrijwaring van terroristische aanslagen, zouden de Europese leiders beloofd hebben onbeperkt Arabische immigranten toe te laten en politieke en culturele sleutelposten op het continent door islamieten te laten bezetten.

Europa zou hierdoor islamiseren en veranderen in 'Eurabië'. Deze theorie, volgens socioloog Stef Aupers een complottheorie, kreeg in de Israëlische krant Ha’aretz de bijnaam ‘de protocollen van de Wijzen van Brussel’ toebedeeld, verwijzend naar de antisemitische complottheorie ' de Protocolllen van De Wijzen van Sion'.

De ideeen van Bat Ye'or zijn populair in een netwerk van 'anti-islampublicisten' of 'islamcritici' of de 'counter jihad movement' waartoe behalve Geert Wilders ook bijvoorbeeld Robert Spencer (theoloog, blogger en oprichter van de websites JihadWatch en DhimmiWatch), Daniel Pipes (historicus, columnist, oprichter van de denktank Middle East Forum) en Pamela Geller (publiciste, president van American Freedom Defense Initiative) behoren. Ook de vaak door Breivik geciteerde Noor Peder Are Nøstvold Jensen, beter bekend onder zijn pseudoniem Fjordman, behoort tot de aanhangers van de Eurabië theorie. Zij waarschuwen allemaal niet alleen voor het gevaar van islamisering, maar zien ook de bestuurlijke elite die in hun ogen te gemakkelijk toegeeft aan de islam als een gevaar. In het bijzonder geldt dit voor de linkse elite, die de controle zou hebben over universiteiten en media.

'Afstand nemen'

Net zoals dat Nederlandse moslims overkwam na bijvoorbeeld 11 september en de moord op Theo van Gogh, werd ook aan de PVV gevraagd niet alleen de aanslagen van Breivik te veroordelen, maar zich ook uit te spreken over de vraag in hoeverre het gedachtegoed van de Noor van invloed was op zijn daad.

PVV-leider Wilders nam, net als de meeste andere aanhangers van de Eurabië-theorieeen van Bat Ye'or, direct afstand van de aanslagen van Breivik. Hij noemde Breivik in een reactie op de aanslag een 'zieke geest' en een 'eenzame verknipte idioot'. Wilders stelde dat hij zelf op geen enkele manier heeft bijgedragen aan een klimaat waardoor moordenaars als Anders Breivik zich geroepen kunnen voelen om geweld te gaan gebruiken. Dat liet hij aan De Telegraaf weten. Wilders had geen trek in een debat in de Tweede Kamer over de aanslagen door Breivik. Linkse partijen zouden hem 'demoniseren' door hem en de PVV om een reactie te vragen.


"Syriëgangers"

 

Syrië

In 2011 begon de 'Arabische Lente' met de daad van één enkele man: een straatverkoper in Tunesië stak zichzelf in brand uit protest tegen armoede, werkloosheid, corruptie en onderdrukking. Het leidde tot een protestbeweging in Tunesië die snel navolging kreeg in de regio, waaronder Egypte, Jemen, Libië en vanaf half maart ook in Syrië. Overal klonk de roep om meer vrijheid en democratie. Uiteindelijk leidde de Arabische lente alleen in Tunesië tot hervormingen die stand hielden.

In Syrië ontaardde het aanvankelijk vreedzame protest binnen enkele maanden in een burgeroorlog waaraan verschillende strijdgroepen deelnamen: het Syrische leger van president Assad (in meer of mindere mate gesteund door Rusland, Iran en Hezbollah) en de oppositiegroepen, die aanvankelijk voor een deel verenigd waren in het Vrij Syrische Leger, maar dat samenwerkingsverband viel snel uiteen. Volgens de Amerikaanse Inlichtingendiensten waren er in 2014 meer dan 1000 strijdgroepen actief in Syrië.

Het is onbekend hoeveel mensen dodelijk slachtoffer zijn geworden van het conflict, maar het lag in het voorjaar van 2015 waarschijnlijk tussen de 220.000 en de 310.000, waarvan waarschijnlijk ongeveer de helft burgerslachtoffers. Het overgrote merendeel van de slachtoffers is gedood door het Syrische leger

Hierbij zijn ook dodelijke slachtoffers gevallen door het gebruik van chemische wapens. Op 21 augustus 2013 werd saringas gebruikt waarbij honderden burgers om het leven kwamen. Het regime van president Bashar al-Assad en rebellen beschuldigden elkaar ervan chemische wapens te hebben ingezet. Het Westen legde de schuld bij Assad en de VS dreigde met een militaire interventie. Hierop liet Assad weten mee te zullen werken aan het verwijderen en het vernietigen van de chemische wapens.

Een Amerikaanse of Westerse interventie, zoals die bijvoorbeeld wel had plaats gevonden in Afghanistan, Irak of Libië, bleef uit. Daarvoor werden verschillende beweegredenen gegeven, waaronder de angst van het Westen dat de strijd tegen Assad ook extremistische groepen aan de macht zou kunnen helpen. Deze groepen, waarvan een deel aan Al-Qaida is gelieerd, zijn fanatiek, gedisciplineerd en krijgen geld, waarschijnlijk vaak van particulieren uit de Golfregio, voor het heilige doel: een islamitisch kalifaat en verdrijven van het shiitische regime. Sommige groepen, zoals het Islamitisch Front en Jabhat al-Nusra (afsplitising van Al-Qaida, net als de aan Al-Nusra verbonden Khorasangroep), manifesteerden zich vanaf 2013 steeds nadrukkelijker in de Syrische burgeroorlog.

IS(IS) of Daesh

Vanaf het voorjaar van 2014 ging ISIS (Islamitische Staat in Irak en Syrië) zich volop met de strijd in Syrië bemoeien. Deze groep startte in 1999 als Jama'at al-Tawhid wal-Jihad en nam deel aan het Iraaks verzet dat ontstond na de Tweede Golfoorlog. In 2006 werd aansluiting gezocht bij andere soennitische verzetsgroepen die zich in 2006 the Islamitische Staat in Irak (ISI) noemden.

In 2010 nam Ibrahim Awwad Ibrahim Ali al-Badri, beter bekend als Abu Bakr al-Baghdadi, het leiderschap over van Abu Omar al-Baghdadi. In april 2013 richtte Al-Baghdadi de Islamistische Staat in Irak en Syrië (ISIS) op en liet hij weten dat hij streefde naar een kalifaat dat zich uitstrekte van Cyprus, Jordanië en Israël tot Irak. Dit leidde tot een conflict met Aiman al-Zawahiri, de Egyptische leider van Al-Qaida die wilde dat Al-Baghdadi zich zou beperken tot Irak.
Om strijders en wapens te betalen, verwierf Abu Bakr Al-Baghdadi volgens de Iraakse onderzoeker Hashim al-Hashimi inkomsten uit oorlogsbuit en donaties van individuen uit de Golf en uit Europa. De verkoop van olie werd een belangrijke inkomstenbron toen ISIS in 2013 ook de controle kreeg over olievelden. Al-Baghdadi kon in zijn organisatie een beroep doen op verschillende mensen die leidinggevende functies hadden gehad in het leger van voormalig dictator Saddam Hussein en op buitenlandse jihadisten.

In 2014 won ISIS zowel in Irak als in Syrië snel terrein en onderscheidde de groep zich van andere terreurgroepen door haar ongekend harde en wrede optreden, door het verwoesten van cultureel erfgoed en door professioneel gemaakte propagandafilmpjes.

Op 29 juni 2014 riep ISIS de Islamitische Staat (IS) uit. Al-Baghdadi werd de kalief van deze 'staat' genoemd. Ook zou volgens de terreurbeweging de eindstrijd zijn aangebroken. IS riep alle moslims wereldwijd op de nieuwe kalief te erkennen. Deze oproep werd al snel weersproken door vele islamitische geleerden wereldwijd. In een brief aan Al-Baghdadi veroordeelden meer dan 100 geleerden IS. Islamitische geleerden, maar ook verschillende politici doen al snel een oproep om niet de term 'Islamitische Staat' te gebruiken, omdat dit impliciet een erkenning van de claim van Al Baghdadi zou betekenen. Als alternatief wordt vaak Daesh (ook wel Daiish of Da'esh) gebruikt. 

In juli 2014 startte IS een etnische zuivering, in het bijzonder rond de Iraakse stad Mosul, waar op grote schaal christenen, yezidi's, sjiieten en soennieten die niet loyaal waren, de stad uitgejaagd, bekeerd of geëxecuteerd werden. Tientallen Syrische soldaten werden in Raqqa onthoofd, waarna hun hoofden op palen in het centrum van de stad werden gespiest. Ook publiceerde IS films van onthoofdingen van westerse journalisten en hulpverleners.

Toen de steden Erbil en Kobane en de yezidi's werden bedreigd, besloten de Amerikanen bombardementen op IS uit te voeren en gingen verschillende landen de Koerden die in Irak en Syrië tegen IS streden, met wapenleveranties steunen. Vanaf september 2014 werd onder leiding van de VS een coalitie tegen IS gevormd, waar meer dan 60 landen aan deelnemen. Nederland besloot op 2 oktober 2014 ook deel te nemen aan de strijd tegen IS. Nederlandse F16's bestrijden IS alleen boven Irak, omdat er voor de strijd in dat land een volkenrechtelijk mandaat bestaat doordat de Iraakse regering om steun heeft gevraagd.

Het gruwelijke geweld van IS trekt, ook dankzij de propaganda van IS, alle aandacht. Maar andere strijdende partijen hebben ook veel doden op hun geweten en soms zelfs (veel) meer. Zo schreef de Washington Post in september 2015 dat volgens the Syrian Network for Human Rights  de troepen van Assad tussen januari en juli van dit jaar 7.894 mensen hebben gedood, terwijl IS 1.131 mensen doodde.

Afstand nemen

In de zomer van 2014, na het uitroepen van de Islamitische Staat door Al-Baghdadi, de etnische zuiveringen door IS en de gruwelijke onthoofdingsfilmpjes die de organisatie verspreidde, ging het debat in Nederland voor een deel over de vraag of Nederlandse moslims wel voldoende afstand namen van IS. Waarom werd er bijvoorbeeld door sommige Nederlandse moslims wel deelgenomen aan demonstraties tegen het optreden van Israël in de zomer van 2014 in Gaza, maar werd er door moslims, afgezien van enkele demonstraties van vooral shi'ieten, amper gedemonstreerd tegen het geweld van IS? Hier werd tegen in gebracht dat de demonstratiebereidheid onder Nederlandse moslims, net als onder niet-moslims, niet erg hoog ligt. Verder waren er vele (islamitische) organisaties, waaronder het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) die soms meermalen in verklaringen wel afstand hadden genomen.

Andere Nederlandse moslims wilden bewust geen gehoor geven aan de roep om afstand te nemen. Zij worden door anderen gerekend tot een collectief waarvan ze zelf geen deel menen te zijn. Ze voelen zich op geen enkele manier verbonden met IS en beoordelen IS ook niet als islamitisch of op z'n minst niet behorend tot hun islam. Door afstand te nemen van IS, zouden ze impliciet erkennen dat zij IS wel als islamitisch zien. Filosoof Bart Voorzanger noemt de oproep aan moslims zich te distantiëren van islamistisch geweld "een impliciete en daarmee perfide verdachtmaking verhuld als schijnbaar redelijk verzoek".
 
De vraag doet hem denken aan het klassieke voorbeeld van een paradoxale vraag uit leerboekjes informele logica: “Bent u opgehouden uw vrouw te slaan?” Dat lijkt een keurige ja/nee-vraag, maar of je nou 'ja' of 'nee' zegt, in beide gevallen geef je toe in elk geval voorheen je vrouw geslagen te hebben. De schijnbaar keurige vraag bevat een impliciete beschuldiging die je beaamt door de vraag - als vraag - te beantwoorden". De enige uitweg is volgens Voorzanger dat je uit het gesprek stapt: “Die vraag deugt niet, dus ik zal hem niet beantwoorden.”

'Syriëgangers'

De drang om Nederlandse moslims te verzoeken om afstand te nemen van terroristisch geweld is ongetwijfeld versterkt door de wetenschap dat een groep, grotendeels in Nederland geboren en getogen moslims, ervoor gekozen heeft zich aan te sluiten bij Jabhat al-Nusra of IS. 

Dit werd een item toen op 7 februari 2013 Rob Bertholee, hoofd van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) in het programma Nieuwsuur vertelde dat tientallen Nederlandse jongeren naar Syrië zijn afgereisd om daar deel te nemen aan de gewapende strijd. De jongeren zouden zich vooral aansluiten bij radicale moslimgroepen zoals Jabath al-Nusra. Bertholee maakt zich zorgen over de gevechtservaring die zij opdoen in het oorlogsgebied en de ideologie die ze meekrijgen.

Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) laat een maand later middels een persbericht weten dat zij verontrustende signalen krijgt dat steeds meer jongeren in Nederland zich aangetrokken voelen tot deelname aan de gewapende strijd in Syrië. Het CMO is bezorgd over de ronselpraktijken en ziet daarin een veiligheidsrisico voor Nederland.

In verschillende moskeeën vinden bijeenkomsten plaats met verontruste ouders. Zo spraken ouders tijdens een bijeenkomst in de Amsterdamse Al Kabirmoskee hun zorgen uit. Tijdens dezelfde bijeenkomst liet een groep jongeren merken dat zij zich identificeren met de jongeren die naar Syrië vertrekken.

Dezelfde maand later maakt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) bekend dat het dreigingsniveau voor terrorisme in Nederland is verhoogd van ‘beperkt’ naar
‘substantieel’, de op één na hoogste alarmfase. De belangrijkste reden: de stijging van
het aantal Nederlandse moslims dat meevecht in Syrië en diverse landen in Afrika. Het
zou volgens Schoof in totaal om ongeveer honderd strijders gaan. Ook uit andere Europese landen zijn tientallen tot honderden jongeren naar Syrie vertrokken. De Nederlandse
Syriëstrijders zouden vooral afkomstig zijn uit Delft, Den Haag en Zoetermeer uit een netwerk van salafistische moslimjongeren. Salafistische organisaties als Straat Dawah en Behind Bars spelen volgens de AIVD een belangrijke faciliterende en ideologische rol  bij de gang van jongeren naar Syrië.

Gealarmeerd door deze ontwikkeling kwam er op nationaal en lokaal niveau weer aandacht het anti-radicaliseringsbeleid dat vanaf 2010 op een lager pitje was gezet. Meer over radicalisering en beleid om dit tegen te gaan leest u hier.

Op 1 augustus 2015 waren er volgens de AIVD ongeveer 210 personen naar Syrië en Irak vertrokken. Het aantal terugkeerders is circa 35, het aantal gesneuvelden in de strijd is zeer waarschijnlijk 38. Het totaal aantal Nederlandse jihadisten aanwezig in Syrië en Irak bedraagt circa 130.  Volgens de AIVD lijkt het aantal terugkeerders in het eerste kwartaal van 2015 gestokt te zijn. De meeste Syriëgangers vertrokken in 2013 en 2014. Journaliste Brenda Stoter heeft de indruk dat er vanuit Nederland de laatste tijd ook minder jihadisten vertrekken. Volgens de Belgische krant Le Soir is er in België ook sprake van een afname van het aantal jihadisten dat vertrekt. 

In het jaarverslag 2014 schat de AIVD dat terroristische organisaties zoals ISIS in Nederland mogelijk duizenden sympathisanten hebben.

Er zijn veel zorgen over mogelijke aanslagen door terugkerende strijders. Deze angst werd versterkt door aanslagen in 2014 en 2015 van oud Syrië-strijders in onder andere Brussel, Parijs en Kopenhagen.


2015: Charlie Hebdo


Op 7 januari 2015 bestormden Chérif Kouachi (32 jaar) en Saïd Kouachi (34 jaar) het kantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs. Ze schreeuwden 'Allahu Akbar' ('God is groot') en noemden de redacteuren bij hun voornaam, voordat ze hen doodden: negen redactieleden, een onderhoudsmedewerker en twee politieagenten. Ook vielen er 11 gewonden.

Een dag later, op 8 januari, schoot Amedy Coulibaly in het zuiden van Parijs een politieagente dood. Op 9 januari gijzelde Coulibaly de aanwezigen in een joodse supermarkt en vroeg hij een vrijgeleide voor de broers Kouachi die zich verschanst hadden in een drukkerij in Picardie. Coulibaly doodde vier van de aanwezigen, allen joods, in de supermarkt en nam 17 anderen in gijzeling. Bij de bestorming van de supermarkt werd hij zelf doodgeschoten door de politie. Hetzelfde overkwam de gebroeders Kouachi.

De aanslag op Charlie Hebdo, dat van oudsher politici, extremisten en religies op de hak neemt,  werd in Frankrijk en daarbuiten geinterpreteerd als een aanslag op de vrijheid van meningsuiting. Het weekblad had eerder al bedreigingen ontvangen nadat het blad controversiële columns en spotprenten over de profeet Mohammed publiceerde.

Na de aanlag werd wereldwijd de leus "Je suis Charlie" gebruikt als steunbetuiging aan de vrijheid van meningsuiting en als ode aan de slachtoffers van de aanslag.

Nederlandse moslim- en vluchtelingenorganisaties veroordeelden de aanslag en mede op initiatief van het Marokkaanse jongerencentrum Argan werd er op 8 januari in Amsterdam een protestmars tegen terreur georganiseerd.

De aanslag op Charlie Hebdo leidt opnieuw tot een discussie over de vrijheid van meningsuiting. Ook wordt moslims wederom gevraagd afstand te nemen.

Op facebook werd de groep #nietmijnislam opgericht die al snel meer dan 25.000 likes ontvingen. In een verklaring schreven de intiatiefnemers onder andere:

"Genoeg is genoeg. (..) We hebben genoeg van diegenen die onze religie van vrede hebben gekaapt. Zij die onze religie van harmonie verminken met hun extreme ideeën en interpretaties. Zij die ons, moslims en niet-moslims, bedreigen en kwetsen omdat wij niet willen leven als zij. Deze personen en groepen claimen dat hun gewelddadige daden gerechtvaardigd worden door de islam. Die gevaarlijke en onjuiste interpretatie van de islam uit zich in intolerantie, onverdraagzaamheid, dwang en geweld."

De initiatiefnemers riepen Nederlandse moslims op een filmpje op hun facebookpagina te plaatsen, waarin ze aangeven waarom de aanslag in Parijs niet hun islam vertegenwoordigt.

 

Zie ook:

 

De achtergrondartikelen op deze site zijn geschreven door Ewoud Butter en Roemer van Oordt. De informatie op deze site is 'work-in-progress' en wordt geregeld aangevuld en indien nodig gecorrigeerd. Heeft u opmerkingen of aanvullingen, mail deze dan naar info@polderislam.nl
Laatste wijziging: 6 september 2015

Delen:


Gerelateeerde nieuwsberichten: